Originalseite - 14 -
Linrechte twintich duymen verscheyden vanden achtercant van het pompdale Bindt te leggen den voorcant van een bindt
van welcken voorcant sal gewrocht werden het schott vande constabelscamer vande achtercant van dit bindt sal commen te
wesen de voorcant van het caltergadt, Een bindt te leggen vooren aende focke mast de twee mast binden verscheyden te
leggen drie voet ende een halff waer tusschen Jnne sal commen te staen de groote mast, zeven voeten verscheyden vanden
voorcant van voorste mast bindt te leggen den achtercant van een bindt welcke wyte sal voornamelick dienen omme het
geschut door te laeten op den overloop aene elck bindt te wercken twee knien met haecken Jnde binden te sluyten, den
focke knecht aenden achtercant van het derde bindt te sluyten, Ende oock een bindt van passe te leggen omme de Besane
mast op te staen, over elcke zyde tusschen de sparie van zeven voeten vooren verhaelt omme de coebrugge te styven daer
te wercken een vrome knie dat het een eynde opden overloop comme ende het andere eynde totten rooster toe,
Originalseite - 15 -
(14)
Ten veerthiensten het schip boven de rusten toe de hoochte vande coebrugge Jnsgelicx te boeyen met plancken twee
duymen ende een halff dicte, Ende van daer opwaerts vier voet ende twee duymen diepe Jnt leechste vande schepe te
wercken met goede drooge plancken twee duymen dicte ende tot het vaste werck, al met haecken op vier Jnhouten Boven
buyten opde plancken van vooren tot achteren te wercken een eyckene Roelinge vuyt houten vyff duymen viercant Buyten
rontsgewyse van binnen des Roelinge Jnstechen beyde de casteelen daer jegens te wercken een bosbancke naer den heesch
vant werck,
(15)
Ten vyffthiensten open overloop jn alles verthien poorten den voorcant vande voorste poorten verscheyden vanden
achtercant vanden steven te wercken ses voeten Ende de selve lanck te maecken drie voeten, Ende diepe op ende neder
vyffentwintich duymen de halspoorten volgende salmen den voorcant vandien vande achtercant vande voorste poorten
verscheyden wercken Jnt ronde lancx de wergers te meten vyftien voeten welcke halfpoorten lanck te maeken
sevenentwintich duymen ende diepe vyffentwintich duymen de poorten achter opde wint veeringe van geliicken leyncten
Originalseite - 16-
Ende den achtercant van dese poorten te wercken aende voorcant van het schott vande constabel zyn camer wercken
achtercant van dese poorten vande binnen lanck den schepe te meten sal ontrent verscheyden van binnencant vande Spygel
commen te wesen verthien voeten, de zytpoorten viercant vierentwintich duymen Ende de ondercant van alle de verthien
poorten verscheyden te wercken van oppercant van de gangeboorden twee entwintich duymen,
(16)
Ten sesthiensten op alle de coebruchtse binden te wercken met gangeboorden breet twintich duymen dicte drie ende een
halff duymen, dan daer oppe van vooren tot achter aen het verwelff, ende de oppercant van het vaste werck te strycken met
een plancke twee duymen dicte, Ende voorts daer oppe toegewaterbert, te wercken met een eyckene plancken anderhalve
duym dicte met zyne spiegaten daer dore naer behooren, enden te schaerstocken, ende te vissingen Ende te besetten met
vrome eycken ribben aende gangeboorden te strycken voor den slag van het geschut met een plancke breet twintich
duymen ende dicte twee ende een halff duym ende voorts toe te strycken met goede drooge pruyse deylen de blau canten
geweert
Originalseite - 17-
Vande achtercant vant voor casteel tot den voorcant vande Stierplecht vyff voet breet geroostert, omme daer door den
Roock vant t'geschut vuyte te weren met Luycken daer over voor deregen van noortse deylen de blau cant geweert over
elcke zyde Jnt voor casteel door de huyt vande schepe te maeken de craenen omme de anckers mede voor te halen, ende die
te wercken vant vrome houten kniens gewyse met lange zyden van binnen naer achter toe lancx voort, wel te voughen ende
van Buyten daer onder te strycken met knien alle welcke craenen wel te besetten met Bouten met noch een vroom crop
knie daer te wercken,
(17)
Ten zeventhienste een zeer vromen vuyt legger tot het galioen met wat bochts naer behooren Ende die lanck vanden
buytencant vande steven te meten achthien voeten daer onder aen te wercken een zeer vrome knie, ende over elcke zyde
een knie ende noch een knie Boven dae oppe van den voorcant van dit groote knie noch te leggen een vuytlegger de binnen
canten van dese twee vuyt leggers vanden anderen verscheyden sesthien duymen