- Seite 4 Originaldokument -
Opt
ganghboort
van
achteren
tot
vooren
te
setten
een
setweger
dick
3
duym,
soo
breet
totte
ondercant
vande
poorten
toe,
int
voorcasteel
ende
van
voor
de
grootte
mast,
tot
achter
uyt
te
maecken,
een
balckweger,
soo
hooch
uytte
coebrugge
alsmen
ordineren
sal,
dick
3
duym
breet
18
duym,
voorts
int
voorcasteel
ende
van
neffens
de
grootte
mast
tot
achter
toe,
gewegert
met
hamburger
plancken,
wel
glat
geschaeft,
ende
inde
cajuyt
soo
glat
geschaeft,
datmen
daer
bequam op schilderen can.
Tusschen
t'
voorcasteel
ende
de
grootte
mast,
te
weten
tusschen
beyde de Gillingen, op de zetweger geschandeckt.
Op
dese
balckweger
te
leggen,
de
balckgens
vant
sonnedeck
en
cajuyt,
diep
17
duym,
breet
10
á
11
duym,
2
voet
van
malcanderen,
de
balcken
wel
glat
geschaeft,
ende
die
boven
de
cajuyt
leggen
te
versien met half ronden, yder versien met een goet spantknie.
Op
de
balckjens
te
leggen
een
goet
ganghboort
van
3
duym
aen
boort
een
halve
duym
uytgehouwen
met
goede
schaerstocken
van
drie duym dick.
Boven
de
cajuyt
te
decken
met
balckdeelen
van
2
duym
dick,
wel
glat
geschaeft,
ende
aen
boort
toegestreecken
met
balckdelen
van
2
duym
dick,
het
spint
afgehouwen
ende
int
midden
soo
veel
roosters
te maecken, als de Ed: Heeren besteders goetvinden.
Opt
ganghboort
te
setten
een
setweger
van
2
duym
dick
ende
daer
op geschandeckt.
Te
maecken
de
hutten
soo
die
bequaemst
vallen
cunnen
deselve
te
decken,
ende
de
beschotten
daer
voor
te
maecken
de
selve
te
versien
met
kooyen
en
aftschietsels,
het
beschot
voorde
cajuyt,
ende
cajuyt
te
versien
met
een
Ledicant,
Tafel,
schrapraey
etc.
Het
beschot
ofte
scherm
voor
aent
galjoen,
ende
alle
de
schermen
opt
voorcasteel
en
halffdeck,
op
de
hutten
alle
de
kooyen
schraprayen
turft
en
Cardoes
kisten,
niets
uytgesondert
soot'
varen
moet
alwas
t'
schoon niet gespecificeert, alles ist int' selve hoopwerck begrepen.
Het
selve
schip
te
dolboomen,
loose
stutten
te
setten,
om
de
halsmasten
[opde]
schilden
aen
te
sluyten,
vant
halff
deck
totte
voor
casteel
te
leggen
twee
swalpen
ende
de
selve
met
roosters
te
versien.
Alle
de
trappen
te
maecken,
soo
mense
ordinerene
sal,
alle
de
schoot
blocken,
alle
de
knechten,
alle
de
kruyshouten
te
maecken,
sonder eenige uytsondering.